Lidmaatschap van IPAF omvat toegang tot een reeks diensten,
Zoeken
-
-
-
Hartelijk dank voor uw interesse om lid te worden van de International Powered Access Federation (IPAF). Door u aan te sluiten bij IPAF, sluit u zich aan bij een mondiale beweging die een veiligere industrie voor aangedreven hoogwerk toegangstechniek wil waarborgen.
-
-
-
-
Ga naar de stempelplaat calculator www.ipaf.org/pads
De rekentabel van IPAF “Stempelplaat calculator” is een eenvoudig interactief hulpmiddel dat is ontworpen als leidraad voor bedieners en an
-
Site- en safetymanagers kunnen de online PAL Card verificatietool toepassen om te controleren of een PAL Card echt is. Als u uw PAL Card kwijt bent, ga dan naar de pagina
-
-
Als aangedreven hoogwerk toegangstechniek nieuw voor u is, biedt deze pagina u handige startpunten en achtergrondinformatie.
-
Wat is een PAL Card?
Een Pal Card is een licentie voor de bediening van hoogwerkers, hefsteigers of bouwliften.
-
-
Als u uw PAL Card (Powered Access Licence) kwijt bent, dient u een vervangend exemplaar te bestellen. Voor de vervangingskaart worden kosten in rekening gebracht.
-
5812: Is dat de wettelijke vereiste voor training in Europa?
Verwijzend naar Council Directive 89/655/EEC, aangepast door Council Directive 95/63/EEC, staat er in artikel 7 het volgende:
"Onverlet artikel 12 van Regel 89/391/EEC, dient de werknemer de nodige maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat:
- werknemers die met werkapparatuur moeten werken voldoende training ontvangen, inclusief training op risico's die dit werk met zich meebrengt;
- werknemers die bedoeld worden in de tweede paragraaf van Artikel 5 voldoende specifieke training ontvangen".
De tweede paragraaf van Artikel 5 refereert naar reparaties, veranderingen of onderhoud en luidt als volgt:
"Als het waarschijnlijk is dat tijdens het gebruik van werkapparatuur een specifiek risico optreedt voor de gezondheid of veiligheid van de werknemers, dan dient de werkgever de nodige maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat:
- in het geval van reparaties, veranderingen of onderhoud de betrokken werknemers specifiek zijn opgeleid om dit soort werkzaamheden uit te voeren."
-
5821: Hebben leerlingen een veiligheidscursus nodig voordat ze een IPAF-cursus gaan volgen?
Veiligheid die relevant is voor MEWP's is een integraal onderdeel van de IPAF-cursus en het is daarom niet nodig voor aanvang van de operatorscursus een veiligheidscursus te volgen. IPAF vereist echter wel dat deelnemers aan de demonstrateurs- en instructeurscursus van te voren een veiligheidscursus volgen.
-
Gebruik de IPAF widget op uw website
IPAF leden kunnen een live nieuwsfeed met alle nieuwtjes rondom de eigen federatie aan hun website toevoegen.
-
Thank you for signing up for the IPAF newsletter.
-
Lidmaatschap van IPAF omvat toegang tot een reeks diensten die hieronder staan beschreven,
-
5822: Wie bewaart de card en het certificaat nadat de training voltooid is?
IPAF stelt voor dat de operator de uitgegeven card ten alle tijden bij zich heeft tijdens het werken met MEWP's en dat de werkgever het certificaat bewaart.
-
5843: Wie is verantwoordelijik voor de basisomstandigheden?
- Het verschilt van functie tot functie - controleren
- Degene die betaald voor de mewp is altijd verantwoordelijk - dus controleer de basisomstandigheden.
- Als dit niet is opgenomen in de offerte, kan het duur worden om anders aan te nemen.
-
5848: Bij welke windsnelheid werkt een machine?
Alle MEWP's (behalve die machines die speciaal zijn ontworpen voor gebruiken binnen) zijn ontworpen om te functioneren bij windsnelheden tot een maximum dat op de machine aangegeven moet zijn. Werken bij windsnelheden boven dit maximum kan leiden tot instabiliteit.
De algemeen geaccepteerde windsnelheid en het maximum waarin een operator goed kan werken is 12,5 m/s.
De windsnelheid kan met een hand-anemometer gemeten worden vanaf het platform, maar het is gebruikelijk om de windsnelheid te schatten aan de hand van de Beaufort windkrachtschaal (zie hieronder)
Het is erg belangrijk om te realiseren dat windsnelheden groeien naar mate u hoger staat en dat ze 50% hoger kunnen zijn op een hoogte van 20 meter boven de grond.
Verkillingsfactor. Op een rustige dag is 10 graden Celsius koel, maar niet onaangenaam. Maar met een wind van 12,5 m/s is de gevoelstemperatuur op het gezicht en de handen 0 graden Celsius en als de temperatuur rond het vriespunt ligt voelt dit aan als -15 graden Celsius. Daarom is het erg belangrijk warme kleren te dragen, hoewel het relatief warm kan zijn op de grond voor aanvang van de werkzaamheden.
U dient op te letten met bekledingsmateriaal voor gebouwen, bladmateriaal, panelen en andere materialen die als 'zeil' kunnen werken en de stabiliteit van een MEWP ernstig kunnen aantasten, vooral tijdens windstoten. Om dezelfde reden mogen signaleringsborden en overeenkomstige borden niet aan het platform bevestigd worden, zelfs niet tijdelijk.
U dient rekening te houden met beschermende en trechtereffecten van hoge gebouwen, die kunnen resulteren in hoge windsnelheden op dagen waarop de windsnelheid in open gebieden laag is.
Andere bronnen van lokale hoge windsnelheden waar u rekening mee dient te houden zijn slipstreams van vliegtuigen op vliegvelden en hoge voertuigen op de weg.
-
5850: Moet ik in een hoogwerker op een vrachtwagen een tachograaf hebben?
De Europese wet met betrekking tot het monteren en gebruiken van een tachograaf voor het meten van werkuren van bestuurders is opgenomen in EU Regel 3821/185.
Alle voertuigen die meer wegen dan de maximaal toegestane 3,5 ton vallen onder EU Regel 3820/85 die gebruikt wordt voor het vervoeren van goederen. (inclusief het gewicht van een trailer), dient een machine uitgerust te worden met een Europees goedgekeurde tachograaf om niet alleen de werkuren van de bestuurder op te nemen, maar ook de werkuren van een tweede bestuurder, als die aanwezig is.
Uitzondering op deze regel:-
Een voertuig dat goederen vervoert, met een toegestaan maximum gewicht, niet zwaarder dan 7,5 ton en dat materiaal of apparatuur vervoert dat de bestuurder nodig heeft voor de uitvoering van zijn werkzaamheden, binnen een straal van 50 kilometer van de plaats waar het voertuig normaal staat, op voorwaarde dat het besturen van het voertuig niet de hoofdactiviteit van de bestuurder is.
Deze eis is ook van toepassing op reizen die gemaakt worden naar of door AETR-lidstaten.