Officiële verklaring van IPAF – Misbruik van transport liften buiten EN-normen
De International Powered Access Federation (IPAF) is een non-profitorganisatie die eigendom is van haar leden. Deze leden bestaan uit fabrikanten, verhuurbedrijven, distributeurs, aannemers en gebruikers van aangedreven hoogwerk toegangstechniek. IPAF heeft leden in meer dan 80 landen. Zij beheren wereldwijd het merendeel van de verhuurvloot voor hoogwerkers, hefsteigers en bouwliften en produceren ongeveer 85% van de machines op de markt.
IPAF bevordert en maakt het veilige en effectieve gebruik van aangedreven hoogwerk toegangstechniek wereldwijd mogelijk door technisch advies en informatie te verstrekken, door wetgeving en normen te beïnvloeden en te interpreteren en via veiligheidsinitiatieven en trainingsprogramma's.
IPAF heeft vernomen dat bepaalde fabrikanten bouwliften op de markt brengen die wordt omschreven als 'transport systemen' of vergelijkbare terminologie. Deze apparatuur lijkt op transport liften, maar heeft een operationele snelheid en passagierscapaciteit die de limieten voor een transport lift in de Europese norm EN 16719 overschrijden.
De norm EN 16719 specificeert veiligheidseisen voor transport liften die worden gebruikt voor het verticaal vervoeren van goederen en personen op bouwplaatsen onder vastgestelde grenzen, zoals een maximumsnelheid van 0,2 m/s en een maximum van 7 personen, om een veilig gebruik onder deze omstandigheden te garanderen. Daarentegen is EN 12159 van toepassing op bouwliften die zijn ontworpen voor het vervoeren van personen en materialen. Deze liften kunnen met hogere snelheden werken en meer personeel vervoeren, omdat ze beschikken over strenge veiligheidsvoorzieningen, zoals volledig gesloten cabines en automatische landingssystemen. Elke norm zorgt ervoor dat apparatuur op de juiste manier wordt gebruikt, overeenkomstig het beoogde doel en het risicoprofiel.

De leveranciers van de bovengenoemde machines, die niet voldoen aan de EN 16719-norm voor transport liften (zoals snelheids- of personeelsbeperkingen) of de EN 12159-norm voor personenliften (zoals vereiste veiligheidsvoorzieningen), beweren dat deze producten door een derde partij zijn 'goedgekeurd' en gecertificeerd.
IPAF beschouwt dit als een gevaarlijke en onaanvaardbare praktijk en wij willen alle relevante belanghebbenden in de sector informeren en waarschuwen over het volgende:
- De veiligheid komt in gevaar
Deze praktijk stelt gebruikers aan een groot risico bloot. EN 16719 voor transport liften en EN 12159 voor personenliften zijn specifiek ontwikkeld om veilige bedrijfsparameters voor dergelijke apparatuur te definiëren. Elke machine die niet aan de bepalingen van deze normen voldoet, met name wat betreft snelheid en capaciteit, valt buiten de veilige praktijk. Het opzettelijk afwijken van deze normen elimineert het risico niet, maar vergroot het. - Juridische implicaties
Het presenteren van dergelijke apparatuur als buiten het bereik van de huidige normen met behulp van een certificaat van een derde partij beschermt fabrikanten, leveranciers, verhuurbedrijven en verantwoordelijke personen niet tegen mogelijke juridische gevolgen. Bij een ongeval kan het gebruik van een machine die niet voldoet aan de vastgestelde Europese normen leiden tot ernstige juridische aansprakelijkheid, waaronder strafrechtelijke vervolging, civiele claims of ongeldigverklaring van de verzekeringsdekking. - Schade aan de reputatie van de secto
r Het onjuist gebruiken en classificeren van hefwerktuigen kan ernstige gevolgen hebben voor de reputatie van de gehele bouwliftindustrie. Eén ernstig incident als gevolg van dit soort praktijken kan decennialange inspanningen om veiligheid, verantwoordelijkheid en professionaliteit in de sector te bevorderen, tenietdoen.

IPAF dringt er bij alle leden van de sector (fabrikanten, verhuurbedrijven en aannemers) op aan de geldende normen voor hefwerktuigen te respecteren en na te leven. Wij roepen alle belanghebbenden op om dubbelzinnige of misleidende classificaties van apparatuur af te wijzen en transport liften te gebruiken in overeenstemming met de snelheids- en capaciteitsvoorwaarden die zijn vastgelegd in de Europese normen.
Als dergelijke praktijken blijven voortduren, heeft IPAF geen andere keus dan formele maatregelen te nemen om naleving van de toepasselijke normen te waarborgen. Dit kan inhouden dat specifieke gevallen van niet-naleving worden gemeld aan de relevante nationale veiligheidsinstanties in de landen waar misbruik van transport liften buiten het bereik van de EN-normen is vastgesteld.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Brian Parker, hoofd Veiligheid en Techniek bij IPAF - brian.parker@ipaf.org